Liturgie dienst 29 maart

27 maart 2020

Verwerking kindermoment

Liturgie dienst 29 maart

Liturgie morgendienst:
Woord van welkom door ouderling van dienst
Intochtspsalm 43: 3 en 4
Stil gebed
Bemoediging en groet
Verootmoediging
Genadeverkondiging
Leefregel
Lied 556: 1 en 3
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Schriftlezing Oude Testament Ezechiël 37:1-14
Lied 610: 1, 2, 5 en 6
Kindermoment
Kinderlied: Weet je het al
Schriftlezing Nieuwe Testament Johannes 11:1-44
Psalm 130c
Preek
Lied “Ik zal er zijn”
Dankgebed – voorbeden – stil gebed – Onze Vader
Inzameling van de gaven
Slotlied Lied 801: 1, 3, 4, 5 en 8
Heenzending en zegen


Liedteksten

Psalm 43: 3 en 4
O Heere God, kom mij bevrijden,
zend mij uw waarheid en uw licht
die naar uw heilge berg mij leiden,
waar Gij mij woning wilt bereiden.
Geef dat ik door U opgericht
kom voor uw aangezicht.

Dan ga ik op tot uw altaren,
tot U, o bron van zaligheid.
Dan mag mijn ziel uw heil ervaren
en dankbaar ruisen alle snaren
voor U die al mijn vreugde zijt
en eindloos mij verblijdt.

Lied 556: 1 en 3
Alles wat over ons geschreven is,
gaat Gij volbrengen deze laatste dagen,
alle geboden worden thans voldragen,
alle beproeving van de wildernis.

Jezus, de haard van uw aanwezigheid,
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken.
Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij Hogepriester in der eeuwigheid.

Lied 610: 1, 2, en 6
Zo dor en doods,
zo levenloos
verlamd, uit-een-ge-sla-gen
zonder hoop en zonder troost
slijten wij de dagen

God, zie ons aan,
teloor gegaan
versteend en doodgezwegen,
levend waar geen dag meer is,
nacht aan nacht geregen.

Wek ons voorgoed!
Zet met uw gloed
ons recht op onze voeten.
Vol van leven zullen wij
’t morgenlicht begroeten.

Blaas met uw Geest
in ons het feest
dat allen zal verwarmen
Open ons het vergezicht
op uw groot erbarmen!

Projectlied “Weet je het al”
Weet je het al? (237)

Weet je 't al? Weet je 't al?
Jezus, Hij is opgestaan.
Weet je 't al? Weet je 't al?
Jezus, ja Hij leeft.

Ik wil springen, dansen, swingen.
Ik wil klappen juichen, zingen.
Kom, sta op, zit niet te pitten.
Blijf niet op je billen zitten.

Psalm 130c
Uit de diepten roep ik U
Heer mijn God
Ik heb U nodig Here, luister
Nu ik schorgebeden fluister
Luister toch
Heer luister toch

Als U niets dan zonden zag
Heer, mijn God
Wie bleef in leven? Maar U wilt nu
juist vergeven dus verdient U
diep ontzag
ons diep ontzag

Ik blijf wachten tot U komt
Heer, mijn God
Ik blijf nog sterker op U wachten
dan een mens in lange nachten
wachten op het licht
het morgenlicht

Israël, hoop op de Heer
Hoop op God
want Hij heeft zich aan jou verbonden.
Hij verlost je van je zonden
Hij maakt vrij
Hij maakt jou vrij

Ik zal er zijn
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.

Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.

‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’

O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.

‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’,
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

Lied 801
Door de nacht van strijd en zorgen,
schrijdt de stoet der pelgrims voort,
vol verlangen naar de morgen,
waar de hemel hen verhoort.


Door de nacht leidt ons ten leven,
licht dat weerlicht overal,
dat ons blinkend zal omgeven,
als ons God ontvangen zal.

In ons hart is dit de luister,
dit de liefde die ons leidt,
op de kruistocht door het duister,
naar de lichte eeuwigheid.

Met één lied uit duizend monden
gaan wij zingend door de nacht,
door één Geest tesaam verbonden
naar de kust waar God ons wacht.

Die aan kruis en graf ontheven
zullen zingen lof en prijs
aan de Heer van dood en leven
in zijn zalig paradijs.

Sluiten