Liederen avonddienst zondag 31 mei 2020

29 mei 2020

Liederen avonddienst zondag 31 mei 2020

Alle teksten voor Pinksterdienst 20200531

Weerklank 196:1,2 (melodie: ps 149)

1 Heilige Geest, Gij hemelhoge,
die ons het licht geeft in de ogen,
de warmte in de stem, de vreugde
in 't hart van de verheugde,
raak ook nu onze lippen aan,
geef ook nu tongen te verstaan,
wij talen naar uw woord, uw zin,
o Geest, woon bij ons in.

2 Heilige Geest, Gij eensgezinde,
wij tasten allen in den blinde,
sinds Babel gaan wij eigen wegen,
o tolk kom Gij ons tegen.
Wees de gids naar de ene stad,
wijs de weg, wijs het steile pad,
wees hartveroverend en spoor
ons aan en ga ons voor.

Gebodslezing: Galaten 5:13-25
13Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, 14want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 15Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. 16Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. 17Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. 18Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. 19Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, 20afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, 21afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. 22Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, 23zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. 24Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. 25Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst.

Joh. de Heer 132:1,2,3

1 Heer, ik hoor van rijke zegen,
die Gij uitstort keer op keer;
laat ook van die milde regen
druppels vallen op mij neer.
Ook op mij, ook op mij,
druppels vallen ook op mij.

2 Ga mij niet voorbij, o Vader,
zie hoe mij mijn zonde smart.
Trek mij met uw koorden nader,
stort uw liefd’ ook in mijn hart.
Ook in mij, ook in mij,
stort uw liefde ook in mij.

3 Heilge Geest, wil niet voorbij gaan:
Gij geeft blinden d’ ogen weer!
Wil, o wil nu bij mij stilstaan.
Werk in mij met kracht, o Heer!
Ook in mij, ook in mij,
werk ook door uw kracht in mij!

Schriftlezing: Handelingen 2:1-21

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

5In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. 6Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. 7Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? 8Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? 9Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, 11Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ 12Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ 13Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

14Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte. 15Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. 16Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël:

17“Aan het einde der tijden, zegt God,

zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten.

Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren,

jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten.

18Ja, over al mijn dienaren en dienaressen

zal ik in die tijd mijn geest uitgieten,

zodat ze zullen profeteren.

19Ik zal wonderen doen verschijnen aan de hemel boven

en tekenen geven op de aarde beneden, bloed en vuur en rook.

20De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed

voordat de grote, stralende dag van de Heer komt.

21Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered.”

Gezang 249

1 Wij leven van de wind
die aanrukt uit den hoge
en heel het huis vervult
waar knieën zijn gebogen,
die doordringt in het hart,
in de verborgen hof,
en uitbreekt in een lied
en opstijgt God ten lof.

2 Wij delen in het vuur
dat neerstrijkt op de hoofden,
de vonk die overspringt
op allen die geloven.
Vuurvogel van de vloed,
duif boven de Jordaan,
versterk in ons de gloed,
wakker het feestvuur aan.

3 Wij teren op het woord,
het brood van God gegeven,
dat mededeelzaam is
en kracht geeft en nieuw leven.
Dus zegt en zingt het voort,
geeft uit met gulle hand
dit manna voor elk hart,
dit voedsel voor elk land.

Zingende Gezegend 185:1,5,6,7

1 O Geest van God, die wind en vuur
en kracht van boven zijt,
kom dwars door onze hoge muur
en maak de poorten wijd!

5 O wind, o vlam, o pinkstervuur,
gij vonk van hogerhand,
kom uit de hemel door de muur,
steek elke poort in brand -

6 en waai door onze weerstand heen,
breek stuk ons trots verzet,
blaas weg dat harde hart van steen,
gij vlammende trompet!

7 Dan zal de kerk oase zijn
waardoor in lange stoet
de pelgrims gaan, van groot tot klein,
uw hofstad tegemoet!

Kinderlied: ‘door de kracht van de Heilige Geest’

Refrein:
Door de kracht, door de kracht van de Heilige Geest
Door de kracht, door de kracht van de God die geneest,
Die er is, die zal zijn en die is geweest
Vieren wij feest met elkaar.


1 Wij zingen halleluja
en prijzen de Heer,
Wij zingen halleluja
en prijzen de Heer,
Wij zingen halleluja
en prijzen de Heer,
Hij is het waard.

Refrein


2 Als ik zing halleluja,
dan prijs ik de Heer
Als ik zing halleluja,
dan prijs ik de Heer
Als ik zing halleluja,
dan prijs ik de Heer
Hij is het waard.

Refrein

Slotlied: gezang 477

1 Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede,
deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen
van grote dingen,
als wij ontvangen
al ons verlangen,
met Christus opgestaan.
Halleluja!
Eeuwigheidsleven
zal Hij ons geven,
als wij herboren
Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan.
Halleluja!

2 Wat kan ons schaden,
wat van U scheiden,
Liefde die ons hebt liefgehad?
Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege
voor ons verkregen,
Gij zult op aarde
de macht aanvaarden
en onze Koning zijn.
Halleluja!
Gij, onze Here,
doet triomferen
die naar U heten
en in U weten,
dat wij Gods kinderen zijn.
Halleluja!

Sluiten